Veel rietlanden, in Noorden zudden genoemd, leverden geen rietkwaliteit op geschikt voor dakbedekking.
Dit riet werd ruigt genoemd.
Dit ruigt werd in de bollenstreek gebruikt om de bollen af te dekken voor bescherming tegen vorst.
Ruigt werd ook gebruikt om een pet te maken. Om aardappelen vorstvrij te bewaren groef men een kuil Deed daar ruigt in, daar boven op de aardappelen. Dekte dit af met ruigt en aarde.
Zo beschermde men de aardappelen tegen strenge vorst. Een nadeel was dat die aardappelen vaak uitliepen, lange witte wortels kregen en dat de kwaliteit daardoor minder werd.
De zudden leverde meer produkten zoals mos, gebruikt in de bloemenhandel en in het voorjaar werd er door de jeugd Valeriaan gestoken, dat werd gebruikt in de medische wereld.
zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Echte_valeriaan