Piet werd zoals toen gebruikelijk ingeloot om zijn militaire dienstplicht te vervullen.
Als je ingeloot werd kon je iemand die uitgeloot was, dus niet hoefde te dienen, betalen om jouw dienst over te nemen.
In 1827 heeft zijn overgrootvader dat nog kunnen doen, maar nu was daar geen geld voor.
Nadat hij zo omstreeks 1928 ziujn diensgtplicht had verricht, werd hij in 1940 gemobiliseerd.
Hij was opgenomen in het Regiment Infanterie dat was gelegerd aan de noordkant van de Moerdijkbrug, Strijen en Strijensas
Daar is vrij heftig gevochten, maar sommige bataljons werden overrompeld door parachutisten.
Zijn oorlogsdagen kwam hij goed door eenmaal stond men voor de beslissing te nemen wel of niet te schieten, zij waren bewapend met watergekoelde mitailleurs, maar in de totale verwarring wist men niet of de gespotte personen, vriend of vijand was. Men besloot niet te schieten en naar later bleek betrof het een groep van het eigen leger.
Hij werd snel uit krijgsdienst ontslagen omdat zij die in de landbouw werkzaam waren met voorrang werden ontslagen uit krijgsgevangenschap omdat zij nodig waren in de voedselproduktie.
Hier op de foto met zijn dienstkameraad, die had geld over om een zgn kepi te kopen. Piet deed het met een baret.
Na de oorlog bezocht Piet nog wel de reunies van zijn bataljon in Strijen.